Publicatiedatum: 18 augustus 2025
Onze ‘medicijnvoorziening’ is de laatste jaren flink veranderd. Waar we vroeger nog veel medicijnen in Europa produceerden, zijn we nu sterk afhankelijk geworden van landen in Azië. Dat brengt risico’s met zich mee, zeker in tijden van geopolitieke spanningen.
Een tekort aan medicijnen zou grote gevolgen kunnen hebben voor de gezondheidszorg en patiënten in Nederland. Chemokuren, antidepressiva, antibiotica; bijna elk medicijn begint in een Chinese fabriek. Dat maakt ons kwetsbaarder dan je misschien denkt. Moeten we ons daarom zorgen maken?
Medicijnen uit China
Niet alleen goedkope producten, zoals kleding, zijn in China veel goedkoper dan hier in Europa, ook medicijnen worden er tegen lagere kosten geproduceerd. EenVandaag onderzocht waarom we zo afhankelijk zijn van deze leveranciers. „Azië is tegenwoordig namelijk de grootste leverancier van onze medicijnen. Veel van de geneesmiddelen die wij als essentieel of kritisch beschouwen, worden niet meer in Europa geproduceerd. Bovendien houden we nauwelijks voorraden aan, waardoor we al op korte termijn kwetsbaar zijn voor dreigingen dat bepaalde geneesmiddelen dus niet meer onze kant op komen”, zegt gezondheidseconoom Xander Koolman.
De prijs speelt hierbij een grote rol. Nederlandse medicijnfabrikanten verliezen het vaak op enkele centen per pakje tegen producenten uit China en India. Hierdoor blijft er wereldwijd steeds minder concurrentie over, omdat de grootste en meest efficiënte producenten – die tegen een fractie van de kosten kunnen produceren – de hele markt naar zich toe trekken.
Bron: Academie Nieuwe Zorg