Darmmicrobioom speelt mogelijk cruciale rol

Publicatiedatum: 20 november 2025

Darmbacteriën lijken betrokken bij het ontstaan en de ernst van auto-immuun-schildklierziekten. Onderzoekers van Amsterdam UMC richten zich op de ziekte van Graves en hypothyreoïdie, met als doel behandelingen te ontwikkelen die verder gaan dan symptoombestrijding.

Voor de bijna 90.000 Nederlanders met de ziekte van Graves en de 500.000 patiënten met auto-immuun hypothyreoïdie (ziekte van Hashimoto) is er in de afgelopen decennia weinig veranderd. Behandelingen zoals medicatie, chirurgie of radioactief jodium bestrijden wel de symptomen, maar niet de oorzaak. Bij Amsterdam UMC werken internist-endocrinoloog dr. Anne van der Spek en hoogleraar interne geneeskunde prof. dr. Max Nieuwdorp aan een nieuwe benadering. Hun hypothese: het (dunne) darmmicrobioom speelt een causale rol bij het ontstaan van auto-immuun-schildklierziekten. Als die gedachte klopt, opent dat de weg voor behandelingen die wél ingrijpen op de oorzaak.

Darmmicrobioom en Graves

Van der Spek richt zich in haar VENI-onderzoek op de ziekte van Graves. Waar bij de meeste auto-immuunaandoeningen antistoffen weefsel vernietigen, doen de antistoffen bij Graves juist het tegenovergestelde. ‘Ze hechten zich aan de TSH-receptor op de schildklier en stimuleren zo tot overmatige productie van schildklierhormoon’, legt Van der Spek uit. Wat deze antistoffen triggert, is nog grotendeels onduidelijk. ‘Het zou kunnen dat bepaalde darmbacteriën zo sterk op de TSH-receptor lijken dat het immuunsysteem in de war raakt’, vervolgt ze. ‘Dit principe heet molecular mimicry, we kennen het van andere auto-immuunziekten.’

Bron: Endocrinologie