Publicatiedatum: 17 juni 2025

Het verbeteren van medicatieveiligheid in de Nederlandse zorg vraagt om meer dan alleen goede intenties. Hoewel eerdere aanbevelingen breed worden onderschreven door zorgprofessionals, blijkt uit nieuw onderzoek dat de implementatie ervan in de praktijk nog vaak te wensen overlaat.

Dat blijkt uit een gezamenlijke studie van het Nivel, de Sint Maartenskliniek, het SIR Institute for Pharmacy Practice and Policy en het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM), in opdracht van het ministerie van VWS. De onderzoekers roepen op tot concrete stappen om de medicatieveiligheid structureel te verbeteren – met meer samenwerking, betere gegevensuitwisseling en patiëntgerichte ondersteuning als pijlers.

Medicijngebruik: cruciaal en risicovol

Een veilige omgang met medicijnen is van groot belang voor de kwaliteit van zorg. Toch is het correct voorschrijven, afleveren en gebruiken van medicatie niet vanzelfsprekend. Jaarlijks worden tienduizenden mensen in het ziekenhuis opgenomen als gevolg van medicatiegerelateerde problemen. In 2013 waren dat er 49.000, waarvan 27.000 potentieel vermijdbaar waren. Naast ziekenhuisopnames zorgen fouten en miscommunicatie rondom medicatie ook voor onnodige bijwerkingen, verminderde therapietrouw en een lagere kwaliteit van leven.

Daarom werden in eerdere rapporten – het HARM-Wrestling rapport (2008) en het Vervolgonderzoek Medicatieveiligheid (2017) – inhoudelijke aanbevelingen gedaan om medicatieveiligheid te verbeteren. Voorbeelden zijn het standaard voorschrijven van laxeermiddelen bij opioïdengebruik, het meten van elektrolyten in risicosituaties of het beter delen van indicaties bij antistollingsmiddelen. Het huidige onderzoek bracht in kaart in hoeverre deze aanbevelingen inmiddels zijn geïmplementeerd.

Bron: Academie Nieuwe Zorg