Publicatiedatum: 1 juli 2025
In de zorg moet vaak informatie over medicijnen overgedragen worden tussen zorgverleners. Dat gaat niet altijd goed. Hierdoor kunnen medicatiediscrepanties ontstaan. Dat zijn onbedoelde verschillen tussen de medicijnen die een patiënt daadwerkelijk gebruikt en wat in de medische dossiers staat. Onbedoelde medicatiediscrepanties komen vooral voor als er geen structurele medicijngesprekken uitgevoerd worden. Dit is één van de uitkomsten uit onderzoek naar het proces van medicatieoverdracht uitgevoerd door het Universitair Medisch Centrum Groningen en het Maastrichts Universitair Medisch Centrum met een aantal consortiumpartijen waaronder het Nivel in opdracht van het ministerie van VWS.
Beschikbaarheid van complete en actuele medicatiegegevens voor zorgverleners en patiënten ligt aan de basis van goede farmaceutische patiëntenzorg. Daarvoor is het essentieel dat medicatiegegevens kunnen worden uitgewisseld tussen zorginformatiesystemen van zorgverleners en de persoonlijke gezondheidsomgeving van de patiënt. In het landelijk Programma Medicatieoverdracht werken partijen hieraan met als doel medicatie-incidenten te voorkomen. Dit om de medicatieveiligheid voor patiënten te verbeteren en de administratieve lasten voor zorgverleners te verminderen. Om de effecten van de implementatie van de medicatieoverdracht op de verbetering van de medicatieveiligheid en het verminderen van administratieve lasten te kunnen toetsen, heeft VWS, het UMCG, MUMC, het Nivel en andere partijen gevraagd een zorgbrede nulmeting uit te voeren en een meetinstrument te ontwikkelen met bruikbare kwaliteitsindicatoren.
Prevalentie medicatiediscrepanties
Voor het onderzoek zijn metingen gedaan in twee regio’s. Daaruit bleek dat bij opname in het ziekenhuis er bij bijna één op de tien patiënten een onbedoelde medicatiediscrepantie is voor receptgeneesmiddelen. Bij ontslag is dat nog net wat hoger: 14%. En duidelijk hoger is dit bij bezoek aan de polikliniek: 44%. Bij huisartsen was het percentage medicatiediscrepanties ten opzichte van opname en ontslag respectievelijk 78% en 90%. Bij apothekers waren die percentages respectievelijk 76% en 78%. Uit deze cijfers blijkt duidelijk dat wanneer medicijngesprekken plaatsvinden (bij opname en ontslag uit het ziekenhuis), de kans op medicatiediscrepanties kleiner is. Toch is ook daar nog verbetering mogelijk.
Bron: Nivel