Publicatiedatum: 18 juni 2025

Ignace Schretlen ziet hoe vriendelijkheid vaak het onderspit delft, zeker in machtsverhoudingen, terwijl het juist dan zo belangrijk is. “Juist herinneringen aan de bejegening blijven hangen.” Behalve de naam en geboortedatum van onze dochter hoefde de verpleegkundige niets te weten. Met een vinnig gebaar wees zij haar naar de tweede behandeltafel rechts. Dochterlief nam plaats op de stoel die hiernaast stond. Ik bleef staan. We wachtten een paar minuten. ‘Hé, ga liggen en trek snel jouw kleren uit,’ snauwde dezelfde verpleegkundige onze dochter toe.

Onderspit

Verderop in de zaal leken dokters met elkaar ruzie te maken. Af en toe vloog er één naar een patiënt, keek vluchtig naar het aangedane lichaamsdeel, schreeuwde iets onverstaanbaars richting verpleegkundigen en keerde weer terug naar het groepje. Na ruim een half uur draaide een van hen achteloos het hoofd over zijn rechterschouder in onze richting en zond een arts-assistent naar ons toe. Die knikte goedkeurend en was na nog geen minuut weer vertrokken. In machtsverhoudingen delft vriendelijkheid vaak het onderspit, terwijl het juist dan zo belangrijk is.

In machtsverhoudingen delft vriendelijkheid vaak het onderspit

De beelden van deze controle staan nog op mijn netvlies. Zo zie ik nog steeds een neuroloog met zijn hoofd schuin omhoog door een gang vol wachtende patiënten paraderen. Ik was een van hen. Zelfs toen deze specialist ontdekte dat ik als huisarts zijn ‘leverancier van patiënten’ was, lukte het hem niet om zijn arrogantie te verbergen. En wat te denken van de kaakchirurg, die ik überhaupt nooit heb gezien omdat ik onder een operatiedoek lag, maar die ik wel stevig hoorde vloeken omdat de ingreep niet lukte? Toen ik na de behandeling bij het opstaan in elkaar zakte, was meneer foetsie.

Bron: Academie Nieuwe Zorg