Publicatiedatum: 5 maart 2025

Uitbreiding mogelijkheid voor preferentiebeleid

In een kort geding uitspraak van 19 februari 2025 heeft de voorzieningenrechter het verzoek van Teva om de inkoopprocedure voor SMR-medicatie te staken afgewezen. Deze uitspraak heeft potentieel grote gevolgen voor de openbare farmacie. De rechter oordeelt namelijk dat – hoewel dat niet uit de tekst van de wet volgt – niet uitgesloten is dat preferentiebeleid ook gevoerd mag worden op andere middelen dan de geneesmiddelen genoemd in Bijlage 1 van de Regeling zorgverzekering. Dat betekent dat zorgverzekeraars ook voor geneesmiddelen die gebruikt worden als onderdeel van andere vormen van zorg, zoals de medicatiebegeleiding bij stoppen met roken, preferentiebeleid mogen voeren.

Hoe zit het met preferentiebeleid?

Preferentiebeleid is de bevoegdheid van de zorgverzekeraar om de aanspraak van de verzekerde te beperken. Dat werkt als volgt. Als er meerdere geneesmiddelen zijn met dezelfde werkzame stof, dan mag de verzekeraar uit deze middelen één of meerdere geneesmiddelen aanwijzen. Daardoor zijn uitsluitend die geneesmiddelen verzekerde zorg en moet de verzekerde die toch een ander geneesmiddel wil. dat zelf betalen. Op deze wijze kunnen zorgverzekeraars afspraken maken met fabrikanten om zo – geheime – kortingen af te spreken, waardoor de zorgverzekeraar de zorgkosten kan reduceren. Inmiddels hanteren alle zorgverzekeraars in Nederland wel in meerdere of mindere mate preferentiebeleid. Er is ook de nodige discussie over het preferentiebeleid in relatie tot geneesmiddelentekorten.

Bron: Academie Nieuwe Zorg