Publicatiedatum: 15 oktober 2025
Iedereen voelt de druk op ons zorgstelsel. De wachtlijsten groeien, de zorgkosten stijgen en de roep om verandering klinkt steeds harder. Vaak gaat die oproep richting politiek: het stelsel moet op de schop. Maar laten we eerlijk zijn: een totale stelselwijziging is log, ingewikkeld en kost jaren. Terwijl er al een eenvoudiger en effectiever antwoord is.
Het antwoord zit niet in een nieuw stelsel, maar in een andere rol van de spelers die we al hebben, met name van de zorgverzekeraars.
Veel mensen denken dat het verschil in premie tussen zorgverzekeraars wordt bepaald door hoe slim zij zorg inkopen. Maar dat is een misverstand. In werkelijkheid komt dat verschil vooral uit hun financiële buffers en beleggingsresultaten. Niet uit de onderhandelingen met de ziekenhuizen. Dat betekent dus dat we een kans laten liggen. Want de echte meerwaarde van zorgverzekeraars ligt niet in wat ze nu doen – onderhandelen over prijs en volume – maar in wat ze zouden kunnen doen: sturen op hoe de zorg wordt georganiseerd.
Klassieke rekensom
De klassieke zorginkoop is een rekensom: prijs maal volume (p x q) en kwaliteit. Die logica is te beperkt voor de uitdagingen van vandaag. Wat we nodig hebben is een institutionele rol van de zorgverzekeraar. Wat bedoelen we daarmee? Niet alleen kijken naar tarieven, maar sturen op de omvang en spreiding van voorzieningen, samenwerking in de regio, profilering en herverdeling in netwerken. Zo’n verschuiving klinkt misschien theoretisch, maar het is in feite heel concreet: zorgen dat dure, ingewikkelde zorg op de juiste plek terecht komt en dat basale zorg dicht bij huis blijft.
Bron: Zorgvisie