Een te hoog cortisol kan allerlei klachten en verschijnselen geven. Voorbeelden hiervan zijn: 

  • Een typische verdeling van vet: vetopstapeling rond de buik (centrale obesitas) en de nek (buffalo hump)
  • Spierafbraak met als gevolg dunne armen en benen en verminderde spierkracht
  • Gewichtstoename
  • Een rond en opgeblazen gezicht met rode blosjes (moonface)
  • Hoge bloeddruk
  • Een te hoog suikergehalte in het bloed (suikerziekte)
  • Acne van de huid
  • Dunne en broze huid, waarbij sneller dan normaal blauwe plekken ontstaan
  • Zwangerschapsstrepen op de buik en billen (striae)
  • Vermoeidheid
  • Slaapproblemen
  • Geheugen- en concentratieproblemen
  • Menstruatieproblemen bij vrouwen en verminderde vruchtbaarheid
  • Brozere botten (verminderde botdichtheid)
  • Stemmingswisselingen, zoals een depressie, euforie of een psychose 

Eerst moet worden nagegaan of mensen medicijnen gebruiken die cortisol of cortisol gelijkende stoffen bevatten. Dit is namelijk de meest voorkomende oorzaak van het syndroom van Cushing. In dit geval wordt geprobeerd de medicatie langzaam af te bouwen. Na verloop van tijd zal het syndroom van Cushing dan verdwijnen. 

Indien mensen deze medicijnen niet gebruiken, wordt onderzoek gedaan naar de hoeveelheid cortisol in het lichaam. Dit onderzoek kan zeer lastig zijn. Er zijn namelijk allerlei factoren die ook invloed kunnen hebben op de hoogte van het cortisol in het bloed, zoals bijvoorbeeld een slecht ingestelde suikerziekte, overmatig alcoholgebruik of ernstig overgewicht. Vaak worden meerdere onderzoeken uitgevoerd en/of herhaald. 

De meest gebruikte test is de korte dexamethason-remmingstest. Hierbij wordt om 23.00 uur ’s avonds 1 mg van het medicijn dexamethason ingenomen, dat de productie van cortisol door de bijnieren remt. De volgende ochtend wordt tussen 8.00 en 9.00 uur het hormoon cortisol in het bloed gemeten. Indien de cortisol-waarde onvoldoende is gezakt na inname van de dexamethason de avond ervoor, dan is er sprake van een te hoog cortisolgehalte in het bloed. Dit wordt ook wel “hypercortisolisme” genoemd. De waarde van cortisol kan ook bepaald worden door het meten van het cortisol in een 24-uurs verzameling van urine of door het afnemen van speeksel ’s avonds laat rond 23.00 uur.

Indien het cortisol in de urine of speeksel te hoog is, is er sprake van een hypercortisolisme. Soms wordt ook gekeken naar de verschillende cortisolconcentraties in het bloed op verschillende tijden van de dag. Normaal wordt de hoogste waarde van het cortisol ’s ochtends gezien en neemt het cortisolgehalte met het vorderen van de dag verder af. Bij het syndroom van Cushing is dit normale dagritme niet meer aanwezig. 

Als een hypercortisolisme is vastgesteld, wordt vervolgens onderzoek gedaan naar de onderliggende oorzaak van het syndroom van Cushing. Het hormoon ACTH wordt bepaald in het bloed. Als het ACTH laag is, is er sprake van een syndroom van Cushing door een gezwel in de bijnier. Dan zal een CT-scan worden gemaakt van de bijnieren om op zoek te gaan naar een gezwel dat het cortisol aanmaakt. Indien het ACTH normaal of verhoogd is, kan er sprake zijn van de ziekte van Cushing of een ectopische Cushing.

Soms is het nodig om aanvullend onderzoek te doen om onderscheid te maken tussen de ziekte van Cushing en ectopische Cushing. Voorbeelden hiervan zijn een hoge dosis dexamethason-remmingstest, een CRH test of een speciaal onderzoek waarbij bloed wordt onderzocht afkomstig van het gebied van de hypofyse (sampling van de sinus petrosus).

Sampling betekent “verzameling” ook wel afname van een bloedmonster genaamd. Door het maken van een MRI-scan van de hypofyse kan een gezwel in de hypofyse worden opgespoord. In het geval van een ectopische Cushing kan gebruikt gemaakt worden van een CT-scan van de borst- en buikorganen of een nucleaire scan.

Bronnen: Nederlandse Vereniging voor Endocrinologie, BijnierNET